Hoe geef je feedback op de stage?
Het doel van feedback is studenten stimuleren om zelfstandig hun leerproces te sturen en kritisch te reflecteren over hun prestaties. Feedback geven op de stage gebeurt tijdens een gesprek tussen de student en de stagebegeleider en/of stagementor. Feedback kan tussentijds plaatsvinden of na de evaluatie.
Algemene aandachtspunten
- Opdat een feedbackgesprek vlot zou verlopen is het belangrijk om in het begin van het gesprek:
- de begindoelen van het gesprek vast te leggen
- de gesprekspunten te bepalen
- een tijdsindeling op te stellen
- Begin het gesprek positief en benadruk de dingen die de student goed heeft gedaan. Geef daarna aan wat de student niet goed gedaan heeft. Wees daarbij precies zodat er geen misverstanden ontstaan. Formuleer naar aanleiding van deze negatieve feedback enkele leerpunten en praat met de student door hoe hij of zij die doelen kan bereiken.
- Koppel tijdens het gesprek regelmatig terug naar de te bereiken eindcompetenties.
- Aan het einde van het gesprek ga je na of de begindoelen van het gesprek bereikt zijn en alle gesprekspunten behandeld werden. Vat kort de kern van het gesprek samen, of vraag de student dat te doen.
Peerfeedback
Feedback geven kan ook tussen studenten onderling: peerfeedback. Dat kan op basis van een (tussentijds) schriftelijk verslag of na een observatie tijdens de stage. Studenten vinden het niet erg om elkaar te feedback te geven, maar houden er niet van elkaar punten te geven. Dat vermijd je dan ook best.
Peerfeedback heeft zowel voor- als nadelen. De voordelen zijn dat studenten:
- andere werkstukken kunnen inkijken en een ruimer beeld krijgen op de mogelijke uitwerkingen van de opdrachten.
- communicatievaardigheden verder ontwikkelen tijdens het geven en krijgen van feedback.
- leren uit stage-ervaringen van medestudenten.
Nadelen zijn o.a. dat studenten:
- niet altijd even kritisch zijn naar hun medestudenten.
- wat bang zijn voor het geven van feedback.
- niet goed weten hoe ze nu precies feedback moeten geven. Als je de studenten informeert over hoe je feedback geeft, dan werk je dit nadeel weg.
Het is daarom belangrijk om peerfeedback goed voor te bereiden:
- Bepaal de deadline waarop het werkstuk op de elektronische leeromgeving moet geplaatst worden of wanneer de observatie moet plaatsvinden.
- Bepaal de deadline tegen wanneer de studenten elkaars werk moeten beoordelen.
- Vermeld duidelijk wie aan wie feedback geeft.
- Toon een ‘goed’ voorbeeld van een werkstuk en de bijbehorende peerfeedback.
- Geef duidelijke (beoordelings-)criteria waarop de studenten moeten beoordelen. Bijvoorbeeld: ‘De student reflecteert op zijn of haar eigen handelen. Daarbij geeft hij of zij aan wat goed gaat, beschrijft twee probleemsituaties en geeft aan wat zijn of haar leerpunten zijn voor de toekomst.’, ‘De student schetst de context van de stageplaats’ of ‘De student beschrijft duidelijk hoe de samenwerking met de stagebegeleider van de stageplaats verloopt.’
- Geef duidelijke richtlijnen over de vorm en inhoud van de peerfeedback.
UGent-Praktijken
Laatst aangepast 1 april 2021 13:23