Evaluatie en eindniveau

Wat is het? 

De evaluatie in een opleidingsprogramma gebeurt verspreid over de verschillende opleidingsonderdelen; voor elk vak worden de eindcompetenties telkens kwaliteitsvol en passend getoetst. De eindcompetenties op vakniveau dragen op hun beurt bij tot een of meerdere opleidingscompetenties (OLR’s). Dat betekent dat het geheel van alle evaluaties bepaalt of studenten het globale eindniveau van de opleiding behaald hebben. De opleiding waakt over de samenhang tussen de evaluatie van eindcompetenties op vakniveau en de opleidingscompetenties (OLR’s) op opleidingsniveau. Waar nodig voorziet zij (tussentijdse) feedback, begeleiding en remediëring zodat studenten het beoogde eindniveau bereiken. De opleiding werkt daarvoor een actueel, passend en uitdagend toetsbeleid uit dat in overeenstemming is met het UGent-toetsbeleid.

Een toetsbeleid ontstaat op het moment dat een opleiding actief kwaliteitsvolle evaluaties nastreeft, zowel op het (micro)niveau van de opleidingsonderdelen (Is de evaluatie afgestemd op de eindcompetenties en de werkvormen? Zijn er professionaliseringsmogelijkheden voor lesgevers?) als op het (meso)niveau van het programma (Is er voldoende variatie in evaluatievormen? Zijn de evaluaties op programmaniveau samenhangend? Is er een evenwichtige evaluatielast per semester? Zijn er afspraken rond feedback, begeleiding en remediëring?) De opleiding heeft hierbij zicht op de verwachte begincompetenties van de instromende studenten, bewaakt de studievoortgang van de studenten en neemt gerichte acties op het vlak van feedback, begeleiding en remediëring om het studierendement te verbeteren.  

Een toetsbeleid vormgeven is een proces waarbij studenten, lesgevers, de opleidingscommissie en de faculteit betrokken zijn. Het is verplicht om een toetsbeleid te hebben op facultair en/of opleidingsniveau. Beslis je als opleiding om een eigen toetsbeleid uit te werken, dan is het van belang om dat af te stemmen op het facultaire toetsbeleid en dat van de UGent, als richtinggevend kader.  

Waarom? 

Toetsing is niet alleen belangrijk om vast te stellen of studenten de beoogde doelen halen - zowel op het niveau van een opleidingsonderdeel als op het eindniveau van de opleiding - maar ook om het leerproces van studenten te ondersteunen en bij te sturen. Door te toetsen, krijgen lesgevers informatie over de mate waarin hun studenten de vooropgestelde kennis, vaardigheden en attitudes hebben verworven. Die informatie helpt lesgevers om het leerproces te optimaliseren door betekenisvolle (tussentijdse) feedback te voorzien en laat hen toe werk- en evaluativormen te kiezen die het studierendement vergroten.

Daarom is kwaliteitsvolle toetsing door het hele opleidingsprogramma heen essentieel. Een kwaliteitsvolle toetsing nastreven en bewaken is een verantwoordelijkheid van de opleiding. Zij ontwikkelt daarvoor een gedragen visie die de kwaliteit van de evaluatie, (tussentijdse) feedback, begeleiding en remediëring in de opleiding bevordert. Een doordacht beleid met heldere afspraken op opleidingsniveau en gerichte professionalisering in het lesgeversteam garandeert dat de instroom, studievoortgang en uitstroom van studenten in de opleiding geoptimaliseerd wordt.  

Laatst aangepast 13 februari 2025 09:04