Masterproef: aandachtspunten voor de opleiding
Wat is het?
De masterproef is een individuele of collectieve leersituatie in de masteropleiding waarin studenten zelfstandig een onderzoeksproject volbrengen. Ze verwerven daarmee academisch-wetenschappelijke vaardigheden, zoals een onderzoek ontwerpen en uitvoeren, en onderzoeksresultaten interpreteren, rapporteren en evalueren. Een promotor begeleidt het hele proces.
De studieomvang van een masterproef uitgedrukt in studiepunten is gelijk aan ten minste één vijfde van het totale aantal studiepunten van het opleidingsprogramma, met een minimum van 15 studiepunten en een maximum van 30 studiepunten. Het opleidingsonderdeel masterproef wordt geprogrammeerd in het laatste modeltrajectjaar van de masteropleiding. Het is de verantwoordelijkheid van de opleidingscommissie om een duidelijke visie op de masterproef uit te werken. Zo moeten de eindcompetenties van de masterproef - waaronder ook de generieke competenties - helder zijn en moet de stapsgewijze opbouw van voorbereidende competenties in het programma duidelijk zijn (leerlijn), net als de manier waarop de masterproef wordt voorbereid, begeleid en geëvalueerd.
Daarnaast is de opleidingscommissie, samen met de verantwoordelijke lesgever en de faculteit, verantwoordelijk voor de opvolging van alle praktische aspecten zoals de studiefiche en ondersteunende documenten (zoals een vademecum of draaiboek) up-to-date houden, het keuzeproces van masterproefonderwerpen in goede banen leiden, helder communiceren met studenten, lesgevers en eventueel extern betrokkenen,... Ze voert hiertoe een masterproefbeleid op opleidingsniveau uit dat rekening houdt met de masterproefbepalingen die vastgelegd werden in het Onderwijs- en Examenreglement (OER) en op niveau van de faculteit.
Waarom?
Elke masteropleiding is decretaal verplicht om het programma af te sluiten met een masterproef. In een masterproef tonen studenten volgens de Codex Hoger Onderwijs hun “algemeen kritisch-reflecterende ingesteldheid en/of de onderzoeksingesteldheid” aan. De masterproef vormt het sluitstuk van de masteropleiding waarin studenten verworven academisch-wetenschappelijke competenties geïntegreerd kunnen inzetten en verder ontwikkelen in een zelfstandig uitgevoerd onderzoek. Studenten krijgen hierbij de kans om generieke competenties te ontwikkelen zoals zelfreflectie, zelfsturing, kritisch en probleemoplossend denken, creatief en innovatief denken, wetenschappelijk integer handelen.
Een opleidingscommissie die investeert in een heldere masterproefvisie en een helder masterproefbeleid, ervaart een positieve impact op de kwaliteit van begeleiding en dus ook op de kwaliteit van de afgeleverde masterproeven. Dat komt de kwaliteit van de opleiding (en de profilering) in zijn geheel ten goede.
Laatst aangepast 13 februari 2025 09:04